Naheffing BPM voor gebruik auto met Duits kenteken door autohandelaar
14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AV6385, 04/00211
De belastingdienst legde aan een autohandelaar een naheffingsaanslag BPM op van € 30.272 met een (vergrijp)boete van 50 % omdat de autohandelaar in Nederland reed met een auto met Duits kenteken. De auto was eigendom van een klant, die enkele dagen een
auto van de handelaar op proef had. Na bezwaar verminderde de inspecteur de naheffingsaanslag ambtshalve omdat de auto korte tijd later werd verkocht en er bij de registratie van de auto in Nederland BPM werd betaald. Na vermindering bedroeg de naheffingsaanslag
nog € 3.205. De inspecteur verminderde de opgelegde boete niet. Hof Arnhem oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Het Hof wees het beroep van de handelaar op een besluit van het Ministerie van Financiën af. In dat besluit is het zogenaamde
herstelbeleid opgenomen. Dat biedt in een aantal gevallen de mogelijkheid om een naheffing van BPM te voorkomen. Het herstelbeleid geldt echter uitdrukkelijk niet voor mensen zoals de autohandelaar die uit hoofde van hun werk op de hoogte (moeten) zijn van
de wettelijke regeling. Wel had de inspecteur de boete moeten verlagen. Met de ambtshalve vermindering van de aanslag was de grondslag voor de boete immers ook verlaagd. De boete werd daarom eerst verminderd tot € 1.602. Wegens het tijdsverloop sinds het aankondigen
van de boete volgde een verdere vermindering met 10 % tot € 1.442.