14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7795 Zaaknr: 00/02535
Een vennootschap is huurder van een bedrijfspand. Onderdeel van het huurcontract is een optie om het pand te kopen voor ƒ 400.000. De optie kan alleen worden uitgeoefend als de gemeente haar voorkeursrecht tot koop niet uitoefent. Doet de gemeente dat wel, dan heeft de huurder aanspraak op de helft van de meerprijs boven de uitoefenprijs van het optierecht. Het optierecht wordt door de vennootschap overgedragen aan de directeur van de vennootschap. De directeur is de zoon van de enige aandeelhouder van de vennootschap. Voor het optierecht hoeft de directeur niet te betalen. Op dat moment had de gemeente al een eerste bod op het pand uitgebracht. Uiteindelijk koopt de directeur het pand van de verhuurder voor ƒ 500.000 en verkoopt hij het aan de gemeente voor ƒ 1.200.000. Het voordeel van ƒ 700.000 wordt als netto dividend aangemerkt; aan de vennootschap wordt een naheffingsaanslag dividendbelasting opgelegd met boete. Hof Den Bosch stelt vast, dat de vennootschap bewust een voordeel, waar zij recht op had, heeft laten toekomen aan de zoon van haar aandeelhouder. Dat is een uitdeling van winst, waarover dividendbelasting moet worden afgedragen. Omdat het voordeel tussen verhuurder en huurder zou worden gedeeld is het aandeel van de vennootschap hierin ƒ 400.000. Dit bedrag is het door de directeur ontvangen netto dividend. De aanslag wordt verlaagd tot een bedrag van ƒ 133.333 met een boete van ƒ 50.000.