14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AX9101, 04/01574
Na een boekenonderzoek bij een ondernemer legde de inspecteur een naheffingsaanslag loonheffing op omdat de aangegeven bedragen niet overeenstemden met de ingehouden bedragen. Vervolgens legde de inspecteur abusievelijk nogmaals een naheffingsaanslag op voor hetzelfde bedrag. De inspecteur vernietigde de tweede naheffingsaanslag na bezwaar van de ondernemer. Alweer abusievelijk vernietigde de inspecteur ook de eerste naheffingsaanslag. Enige tijd later deelde de inspecteur aan de ondernemer mee dat abusievelijk beide naheffingsaanslagen waren vernietigd en kondigde hij aan opnieuw een naheffingsaanslag op te zullen leggen overeenkomstig de uitkomst van het boekenonderzoek. De ondernemer heeft de brief van de inspecteur waarin hij deze mededelingen deed niet ontvangen. Tegelijk met de naheffingsaanslag legde de inspecteur een boete op van 25 % van de niet betaalde belasting. De ondernemer was het met de aanslag en de boete niet eens. Hij beriep zich bij Hof Amsterdam op door de gang van zaken rond de eerder opgelegde en vernietigde aanslagen opgewekt vertrouwen dat er niet opnieuw een naheffingsaanslag zou worden opgelegd. Het Hof maakte duidelijk dat de inspecteur de bevoegdheid heeft om een naheffingsaanslag op te leggen, ook als hij eerder over hetzelfde tijdvak een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Anders dan bij een navorderingsaanslag is een nieuw feit niet vereist. Vervolgens constateerde het Hof dat er geen enkele aanwijzing was dat de eerdere vernietiging van beide naheffingsaanslagen berustte op een weloverwogen standpuntbepaling van de inspecteur. De inspecteur had de ondernemer bij diverse gelegenheden geïnformeerd over zijn standpunten in materiële zin. Ter zitting verklaarde de inspecteur dat de opgelegde boete kon vervallen. Dat leidde tot gegrondverklaring van het beroep en tot veroordeling van de inspecteur in de kosten van het geding.