Naheffing premies over kerstpakket toegestaan, directe brutering niet

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AU1134, 04/1922 CSV

Een werkgever gaf aan zijn werknemers kerstpakketten. De waarde van deze pakketten werd door het UWV als premieplichtig loon aangemerkt, omdat de werknemers naast de kerstpakketten al de maximaal vrijgestelde vergoeding van de feestdagenregeling hadden ontvangen. Het UWV verhoogde de waarde van de pakketen met een bedrag aan niet ingehouden loonheffing en premies volksverzekeringen, de zogenaamde directe brutering. Dat is toegestaan volgens arresten van de Hoge Raad uit 1994 wanneer de werkgever en de werknemers zich ten tijde van de betalingen bewust waren van het loonkarakter van de betalingen en de werkgever de wettelijk voorgeschreven inhoudingen op het loon voor zijn rekening wilde nemen. Volgens de rechtbank was de werkgever zich wel bewust van het feit dat de kerstpakketten tot het loon behoorden, maar was niet aannemelijk dat de werknemers ook op de hoogte waren van de bovenmatigheid van de kerstpakketten. Directe brutering mocht daarom niet worden toegepast, ook al wilde de werkgever de loonheffingen voor zijn rekening nemen. Het UWV bestreed het oordeel van de rechtbank met de stelling dat een kerstpakket niet kon worden aangemerkt als een (onkosten)vergoeding. Een kerstpakket was een geschenk in natura en geen nettoloonbetaling. Naar het oordeel van de Centrale Raad van Beroep moet bij directe brutering geen onderscheid gemaakt worden tussen vergoedingen en andere voordelen uit dienstbetrekking of tussen loon in geld en loon in natura. De eis dat ook de werknemers zich ten tijde van die betaling of die verstrekking van het verstrekte voordeel bewust zijn geldt in alle gevallen.