Navordering bij man ondanks vernietiging navorderingsaanslag echtgenote

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AR2679; 03/04429

Iemand vroeg in zijn aangifte inkomstenbelasting 2000 om toepassing van tariefgroep 3. Het inkomen van zijn echtgenote was in dat jaar negatief. De aanslag werd overeenkomstig de aangifte opgelegd. Bij de behandeling van de aangifte inkomstenbelasting 2001 bleek dat zijn echtgenote een uitkering uit een levensverzekering ten onrechte niet had aangegeven. De belastingdienst legde aan haar een navorderingsaanslag op. Omdat het inkomen van de vrouw over 2000 te hoog was voor toepassing van tariefgroep 3 bij de man, legde de belastingdienst ook aan hem een navorderingsaanslag op. Daarbij werd hij ingedeeld in tariefgroep 2. De aan zijn vrouw opgelegde navorderingsaanslag werd vernietigd wegens het ontbreken van een nieuw feit. Dat had niet tot gevolg dat de aan de man opgelegde navorderingsaanslag ook werd vernietigd. Voor de indeling in tariefgroep 3 was niet het vastgestelde inkomen maar het feitelijk genoten inkomen van belang. Als door een verkeerde tariefgroepindeling te weinig belasting is geheven is voor navordering geen nieuw feit nodig.