Navorderingsaanslag is mogelijk na ontbinding BV

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AK8288 Zaaknr: 38372

Het feit, dat een vennootschap in liquidatie is getreden en de vereffening inmiddels is voltooid heeft niet tot gevolg, dat geen navorderingsaanslag kan worden opgelegd aan de vennootschap over een jaar, waarin de vennootschap nog wel bestond. De belastingschuld vloeit rechtstreeks voort uit de wet en bestond dus al voordat de vennootschap in liquidatie trad. Niet van belang is dat de aanslag op een later tijdstip is vastgesteld. Op verzoek van de schuldeiser, dat is de belastingdienst, aan de rechtbank kan de vereffening worden heropend. Daarom kan niet gezegd worden dat het opleggen van een navorderingsaanslag zinloos is. De procedure betrof de waardering van de pensioenverplichting van een Nederlandse BV op het moment van verplaatsing van de feitelijke leiding naar de Antillen. Na de verplaatsing zag de directeur/grootaandeelhouder af van zijn pensioenrechten. Vanwege de grote kans daarop accepteerde de fiscus de in de aangifte opgenomen hoogte van de pensioenvoorziening niet. De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Arnhem vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Bosch. Hof Arnhem had, omdat een tijdens de procedure gedaan compromisvoorstel was verworpen, de tussen partijen overeengekomen waardering van de pensioenverplichting niet overgenomen zonder daarvoor een onderbouwing te geven. Daarmee had het Hof zijn uitspraak onvoldoende gemotiveerd.