Navorderingsaanslagen in KB-Luxgeval zijn lichtvaardig genomen besluiten

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF5898 Zaaknr: BK-02/04900

Sinds enige tijd kent het belastingrecht de mogelijkheid van een procedure in kort geding als er een spoedeisend belang is. Hof Den Haag heeft in een dergelijke procedure een voorlopige voorziening getroffen. Naar aanleiding van de gegevens, die de Nederlandse belastingdienst heeft ontvangen over Nederlandse rekeninghouders van de Kredietbank in Luxemburg, heeft de belastingdienst navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting opgelegd aan een ondernemer. Door de omvang van de (aangekondigde) aanslagen weigerde de bank een financiering te verstrekken aan de ondernemer. De navorderingsaanslagen correspondeerden niet met de gegevens, die de belastingdienst had: bekend was, dat de ondernemer in 1994 een bankrekening had met een saldo van ƒ 80.000. Of hij voor die tijd een buitenlandse rekening had was niet bekend. De navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1990 ging uit van ƒ 44.000 aan rente; de navorderingsaanslag vermogensbelasting 1991 van een vermogen van ƒ 600.000. Niet duidelijk was waarop die bedragen waren gebaseerd. Volgens Hof Den Haag waren de navorderingsaanslagen lichtvaardig genomen besluiten.