14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AY6001,39260
Voor het opleggen van een navorderingsaanslag is over het algemeen vereist dat er sprake is van een nieuw feit. Dat is een feit dat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag nog niet bekend was, maar wanneer het bekend zou zijn geweest zou hebben geleid tot een hogere aanslag. Voor aanslagen schenkings- en successierecht geldt ook nog een bijzondere bepaling, die het mogelijk maakt om zonder nieuw feit een navorderingsaanslag op te leggen. Met een beroep op deze bepaling legde de inspecteur een navorderingsaanslag schenkingsrecht op aan een trust, nadat eerdere aanslagen die waren opgelegd aan de beneficiaries van de trust waren vernietigd omdat niet zij maar de trust de verkrijger was. De insteller van de trust deed in 1988 een schenking van ƒ 5 miljoen. De bedoeling van de trust was de echtgenote en de kinderen van de schenker als benificiaries van de trust van inkomen te voorzien. Volgens de Hoge Raad is deze bijzondere bepaling alleen bedoeld voor gevallen waarin er een relatie bestaat tussen de omvang van de ene verkrijging en de omvang van de andere verkrijging. Verlaging van de aanslag van de verkrijger wiens omvang van de verkrijging wordt verminderd heeft dan tot gevolg dat de aanslag van degene van wie de omvang van de verkrijging wordt vergroot te laag is, waardoor kan worden nagevorderd. Die relatie tussen de verkrijgingen ontbrak in deze casus. Er was geen "andere verkrijger" wiens aanslag was verminderd, want de echtgenote en de kinderen waren geen verkrijgers. Dat aanvankelijk te weinig belasting was geheven vond zijn oorzaak niet in de vernietiging van de aan de echtgenote en de kinderen opgelegde aanslagen schenkingsrecht, maar in het feit dat de inspecteur de trust niet als verkrijger van het trustvermogen aanmerkte. De inspecteur had een navorderingsaanslag opgelegd omdat de termijn voor het opleggen van een gewone aanslag al geruime tijd was verstreken. De inspecteur had bij het opleggen van aanslagen successierecht na het overlijden van de insteller van de trust dezelfde weg bewandeld. Ook de aanslagen successierecht die aan de beneficiaries waren opgelegd werden vernietigd op dezelfde grond als de aanslagen schenkingsrecht. Dat gold eveneens voor de navorderingsaanslag successierecht waarmee de inspecteur probeerde om de zaak te redden.