Niet binnen naheffingstermijn bekend gemaakte aanslag vernietigd

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AS8278, 03/01939

Een naheffingsaanslag moet worden opgelegd binnen vijf jaar na afloop van het tijdvak waarop deze betrekking heeft. Als een naheffingsaanslag na die tijd wordt opgelegd kan de belastingplichtige een beroep doen op nietigheid van de aanslag wegens overschrijding van de wettelijke termijn. In een procedure voor Hof Arnhem beriep een BV zich op termijnoverschrijding van een naheffingsaanslag omzetbelasting. De naheffingsaanslag was kort voor het verstrijken van de termijn gedagtekend en verstuurd naar het adres van de procuratiehouder van de BV in plaats van naar het vestigingsadres van de BV. De aanmaning tot betaling werd wel naar het vestigingsadres van de BV gestuurd. Het Hof vernietigde de naheffingsaanslag omdat de inspecteur niet aannemelijk maakte dat de naheffingsaanslag vóór het verstrijken van de termijn aan de BV of een door haar aangewezen vertegenwoordiger was bekendgemaakt. Met name had de inspecteur niets aangevoerd over de inhoud of de strekking van de volmacht van de procuratiehouder of over diens vertegenwoordigingsbevoegdheid voor de BV.