14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AY5647, 05/00454
Voor het opleggen van een navorderingsaanslag is vereist dat de Belastingdienst beschikt over kennis die zij bij het vaststellen van de eerdere aanslag niet had, het zogenaamde nieuwe feit. Wanneer de Belastingdienst bij het vaststellen van een aanslag een ambtelijk verzuim heeft begaan is navordering niet mogelijk. De vraag of er sprake was van een ambtelijk verzuim was aan de orde in een procedure over een navorderingsaanslag die betrekking had op een bedrag aan rente dat iemand niet in zijn aangifte inkomstenbelasting had verwerkt. Nog voor de aanslag was opgelegd had de belastingdienst een onderzoek ingesteld bij een adviseur van deze persoon. Daaruit bleek dat de betrokkene een bedrag aan rente had ontvangen. De controlerende ambtenaar verstrekte deze gegevens echter niet direct aan de aanslagregelaar. Volgens de belanghebbende was dat een ambtelijk verzuim. De Belastingdienst meende dat dit verzuim niet van invloed was omdat het was gepleegd door een andere eenheid. Met die stelling maakte het Hof korte metten: een ambtelijk verzuim verhuist bij verhuizing van de bevoegdheid mee en wordt dus toegerekend aan de nieuwe bevoegde eenheid. De verplichting om gegevens aan collega’s door te geven is niet onbeperkt. Volgens het Hof mag bij een geïntegreerde behandeling van aangiften worden verwacht dat teamgenoten elkaar op de hoogte houden van bij de beoordeling van een aangifte waargenomen opvallende veranderingen die van belang kunnen zijn voor het regelen van aanslagen waarmee de teamgenoot is belast. In dit geval was volgens het Hof van een ambtelijk verzuim geen sprake. De controle bij de adviseur had alleen betrekking op diens eigen aanslagregeling. De controlerende ambtenaar had niet specifiek gevraagd naar rentebestanddelen in de betalingen aan cliënten van de adviseur. Het rentebestanddeel was niet afzonderlijk vermeld in de door de adviseur verstrekte gegevens. De controlerende ambtenaar moest wel hebben begrepen dat aanzienlijke rentebedragen waren uitgekeerd, maar dat was niet zodanig opvallend dat de ambtenaar zijn met de aanslagregeling van deze cliënten belaste collega daarvan in kennis had moeten stellen. Volgens het Hof hoefde hij er geen rekening mee te houden dat de cliënten de rente niet in hun aangifte zouden verwerken. Ten slotte was van belang dat de controlerende ambtenaar en de aanslagregelende ambtenaar geen teamgenoten waren.