14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AS8615, 39847
Tegen de uitspraak van de inspecteur op een bezwaarschrift kan geen bezwaar worden gemaakt maar moet een beroepschrift worden ingediend bij het gerechtshof. Wanneer iemand voor de tweede keer bezwaar maakt moet de inspecteur het bezwaarschrift direct doorsturen naar het gerechtshof. In deze casus gebeurde dat niet. Iemand reageerde schriftelijk op de uitspraak van de inspecteur op zijn bezwaarschrift en de daarop volgende brief van de inspecteur waarin hij een navorderingsaanslag over het jaar 1996 aangekondigde. Dat leidde tot ambtshalve vermindering van de aanslag. Er werd geen navorderingsaanslag opgelegd. Vervolgens stelde de belanghebbende beroep in bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroepschrift niet ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Volgens de Hoge Raad had de inspecteur de tweede brief moeten aanmerken als een bezwaarschrift tegen zijn uitspraak op bezwaar en deze dus zo spoedig mogelijk aan het Hof door dienen te zenden. Het Hof had de brief dan als beroepschrift in behandeling moeten nemen. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Arnhem. Dat moet bepalen of de bedoelde brief als beroepschrift tijdig bij het Hof is binnengekomen.