14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AF5826 Zaaknr: 37885
Een koopoptie op een geleasd bedrijfspand, die bij de inbreng van de onderneming in een BV niet is overgedragen aan de BV behoort tot het privé-vermogen van de inbrenger. Omdat in het jaar van overdracht van de onderneming bij de belastingheffing geen rekening is gehouden met de meerwaarde van het optierecht moet de optie als ondernemingsvermogen worden behandeld tot het moment, waarop deze fout wordt hersteld. De meerwaarde van het optierecht in het jaar van herstel is belast, al is de belastingheffing beperkt tot het bedrag dat bij een juiste wetstoepassing zou zijn geheven. Dat betekent, dat feitelijk belast is de waardestijging tot het moment van overdracht van de onderneming tegen de toen geldende tarieven. De Hoge Raad heeft, onder verwijzing naar een eerder arrest, een uitspraak van Hof Den Haag ongedaan gemaakt. Dat Hof was van oordeel, dat de koopoptie verplicht ondernemingsvermogen was gebleven omdat het optierecht niet aan de BV was overgedragen. De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam ter verdere afhandeling. Onder de wet IB 2001 valt een dergelijk optierecht niet in box 3, maar in box 1 onder de terbeschikkingstellingsregeling. Ook dan moet worden afgerekend bij de inbreng van de onderneming in een BV over de waarde van het optierecht.