14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | C‑346/04
Het Duitse belastingrecht staat aftrek toe van kosten van belastingadvies als „bijzondere uitgaven” aan onbeperkt belastingplichtigen. Niet-ingezetenen van Duitsland hebben geen recht op aftrek van de kosten van belastingadvies. Volgens de Duitse regering maakt de ingewikkeldheid van het Duitse belastingrecht kosten van belastingadvies noodzakelijk. Een inwoner van Nederland mocht als beperkt Duits belastingplichtige de door hem in Duitsland gemaakte kosten van belastingadvies voor de indiening van zijn belastingaangifte niet in aftrek brengen, hoewel deze kosten betrekking hadden op zijn in Duitsland verworven inkomsten. Hij was verplicht om in Duitsland aangifte te doen. De kosten van belastingadvies hielden direct verband met de in Duitsland belaste inkomsten. Volgens het Hof van Justitie EG belasten de kosten van belastingadvies de inkomsten van ingezetenen en niet-ingezetenen even zwaar en bevinden beperkt en onbeperkt belastingplichtigen zich in een vergelijkbare situatie wat betreft de ingewikkeldheid van het nationale belastingrecht. Daarom moet het recht op aftrek ook gelden voor niet-ingezeten belastingplichtigen, voor wie het nationale belastingsysteem even ingewikkeld is.