14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN-nummer: AP1892 Zaaknr: 01/6252 CSV
Een bedrijf had iemand ingehuurd, die werkte via een management-BV. Op de betalingen, die aan de BV werden gedaan hield het bedrijf geen loonbelasting of premies werknemersverzekeringen in. Het UWV legde naar aanleiding van een controle correctienota’s premieheffing op met boete. In beroep tegen die nota’s en de boetebesluiten vernietigde de rechtbank de boetebesluiten wegens het ontbreken van grove schuld of opzet bij het bedrijf. In hoger beroep vernietigde de Centrale Raad van Beroep die uitspraak van de rechtbank. Volgens de Centrale Raad van Beroep had het bedrijf in ieder geval informatie in moeten winnen bij het UWV om het standpunt van de uitvoeringsinstelling te vernemen over deze arbeidsverhouding. De Centrale Raad van Beroep was van oordeel, dat het inhuren betrekking had op de persoonlijke arbeidsinzet van de DGA van die BV. De DGA was in de jaren 1994 tot en met 1997 nagenoeg fulltime voor het bedrijf werkzaam. De mate van verwijtbaarheid was te kwalificeren als opzet en/of grove schuld. Dat betekende, dat van een pleitbaar standpunt geen sprake was.