Niet splitsbaar pand van winkelier is in zijn geheel als prive-vermogen aangemerkt

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | 37681

Een winkelierster heeft een pand gekocht, dat zij gedeeltelijk voor de onderneming gebruikt. Het pand bestaat uit een winkel en een voormalige smederij op de begane grond en een bovenwoning. De smederijruimte staat leeg. De bovenwoning heeft geen aparte opgang, maar is bereikbaar vanuit het voor de onderneming gebruikte deel van het pand. Die ruimte kan ook vanuit de smederij worden betreden. De onderneemster heeft het pand als privé-vermogen aangemerkt. Volgens Hof en Hoge Raad was dat terecht, omdat sprake was van een pand, dat zowel zakelijk als privé werd gebruikt, terwijl het pand niet splitsbaar was.