Nieuw besluit Financien over ten onrechte gefactureerde BTW

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | DGB2003/2121M

De wet op de omzetbelasting bevat een bepaling, die voorschrijft, dat omzetbelasting, die door iemand ten onrechte op een factuur wordt vermeld, aan de belastingdienst moet worden afgedragen. Ten onrechte gefactureerde omzetbelasting kan niet als voorbelasting in aftrek worden gebracht. In een besluit geeft de staatssecretaris van Financiën aan, hoe in de praktijk met deze bepaling moet worden omgegaan. Als er geen risico is, dat de belastingdienst uiteindelijk te weinig omzetbelasting ontvangt, is herstel van de onjuiste facturering mogelijk. Daarvoor moet de oorspronkelijke onjuiste factuur worden gecrediteerd en vervangen door een juiste factuur of worden aangevuld tot een juiste factuur. De afnemer mag niet meer dan het juiste bedrag aan omzetbelasting als voorbelasting verrekenen. In dat geval kan aan de persoon, die de onjuiste factuur heeft opgemaakt teruggaaf van de teveel afgedragen BTW worden verleend.Vindt geen herstel plaats van de onjuiste factuur en wordt de op die factuur berekende omzetbelasting niet aan de fiscus afgedragen, dan kan deze worden nageheven bij de leverancier of bij de afnemer. Naheffing zal in eerste instantie bij de leverancier plaatsvinden. Is dat niet mogelijk of heeft dat geen resultaat dan vindt naheffing plaats bij de afnemer. De afnemer is mede verantwoordelijk voor de juistheid van de aan hem uitgereikte factuur; hij zal deze moeten controleren. Bij die controle kan de afnemer een beroep doen op de belastingdienst voor de verificatie van gegevens betreffende de leverancier.