14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | CPP2004/476M
In een nieuw vraag- en antwoordbesluit gaat de staatssecretaris van Financiën in op de kapitaalverzekering eigen woning en het overgangsrecht voor kapitaalverzekeringen in box 3.Het overgangsrecht bevat voor kapitaalverzekering van voor 1 januari 1992, die als kapitaalverzekering eigen woning worden aangemerkt een verhoging van de daarvoor geldende vrijstelling. Voorwaarde is, dat het verzekerde kapitaal na 31 december 1991 niet is verhoogd. Ook een verhoging van het verzekerde kapitaal na 1 januari 2001 leidt tot verlies van de verhoging, behalve wanneer het gaat om een verhoging op grond van een normale en gebruikelijke optieclausule in de polis.Door de verlenging van de periode van de loondoorbetalingsverplichting van werkgevers tot twee jaar zal de opslag in de premie van kapitaalverzekering voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid dalen. Dat kan tot gevolg hebben, dat de bandbreedte-eis wordt overschreden. De staatssecretaris keurt goed, dat een premieverlaging van de kapitaalverzekering eigen woning uit dien hoofde niet leidt tot het verlies van de mogelijkheid van vrijstelling van de kapitaalsuitkering.Als in een dergelijke situatie de premie niet wordt verlaagd maar in plaats daarvan het verzekerde kapitaal wordt verhoogd leidt dat niet tot verlies van de bijzondere waardevrijstelling in box 3 en van de eerbiedigende werking van de Wet IB ‘64.Verder keurt de staatssecretaris goed dat in geval van huwelijk, echtscheiding of verbreking van de samenwoning aanpassing van een kapitaalverzekering eigen woning niet leidt tot belastingheffing, mits de verzekering na aanpassing voldoet aan de voorwaarden van een kapitaalverzekering eigen woning. De goedkeuring geldt ook als na de echtscheiding of het verbreken van de samenleving de uitkering afhankelijk is van het leven of overlijden van de ex-echtgenoot of ex-samenlevingspartner.In gevallen waarin een van de goedkeuringen van toepassing is wordt de nieuwe kapitaalverzekering geacht de voortzetting te zijn van de oude. Dit beleidsstandpunt is van toepassing op alle daarin beschreven situaties die zich hebben voorgedaan met ingang van het jaar 2001.