Nieuwe circulaire inhouding loonheffing over bijstandsuitkeringen

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | CPP2005/547M

In een circulaire aan de burgemeesters en wethouders van alle gemeenten in Nederland geeft de staatssecretaris van Financiën uitleg over de manier waarop de gemeenten loonbelasting moeten inhouden en afdragen over betaalde bijstandsuitkeringen. Met ingang van 1 januari 2004 worden bijstandsuitkeringen aan niet-zelfstandigen toegekend op basis van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Deze wet vervangt ondermeer de Algemene Bijstandswet (ABW), de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (Besluit ID-banen). Bijstandsuitkeringen aan zelfstandigen worden met ingang van 1 januari 2004 toegekend op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (BBZ 2004). Met de invoering van de WWB en het BBZ 2004 is geen wijziging in de belasting- en premieheffing beoogd.Per 1 januari 2005 is de Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK) vervangen door de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK). In deze circulaire zijn de wijze van berekenen van de loonheffing over de WWIK-uitkeringen en het overgangsrecht voor WIK-uitkeringen vastgesteld.Verder wordt uiteengezet op welke wijze de bijstandsuitkeringen en verstrekkingen op grond van de WWB, het BBZ 2004 en de WWIK in de heffing van belasting/premie volksverzekeringen worden betrokken.Daarnaast is een toelichting op de inhoudingsplicht op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen. De vorige circulaire dateert van maart 2003 en is met ingang van heden vervallen.