Nota naar aanleiding van verslag wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2004

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | AFP 2003-00760 M; 29035

De nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2004 is naar de Tweede Kamer gestuurd. Een van de maatregelen is het van toepassing verklaren van de vestigingsplaatsficties op een Europese Vennootschap (SE). Volgens de staatssecretaris is dat niet in strijd met het Europese recht. De heffing van directe belastingen behoort tot de bevoegdheid van de individuele lidstaten. De vestigingsplaatsficties hebben mede tot doel om het Nederlandse heffingsbelang te waarborgen. Daarom past het om SE’s waarvan de oprichting wordt beheerst door Nederlands recht onder de verschillende vestigingsplaatsficties te brengen. Onder het voorgestelde regime worden SE’s zowel in relatie tot Nederlandse NV’s als in relatie tot NV-vormen uit andere lidstaten evenwichtig behandeld. Een SE kan zonder bezwaar deel uitmaken van een fiscale eenheid, als dochter- of als moedermaatschappij en kan kwalificeren als fiscale beleggingsinstelling. Verder is uitvoering ingegaan op de mogelijkheid om dwangbevelen per post te betekenen. Jaarlijks worden door de Belastingdienst circa 1. 500.000 dwangbevelen uitgevaardigd. Om de snelheid en effectiviteit van de invordering van belastingschulden te vergroten is in het voorliggende wetsvoorstel voorgesteld om naast het betekenen van dwangbevelen op de huidige (“klassieke”) wijze, het mogelijk te maken dwangbevelen per post te betekenen. Naar de mening van de staatssecretaris is de postbezorging voldoende betrouwbaar.