14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | WDB 2004-762
De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag betreffende het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2005 naar de Eerste Kamer gestuurd. In de nota wordt uitgebreid stilgestaan bij de wijziging van de tonnageregeling voor de zeescheepvaart. Die regeling is op verzoek van de belastingplichtige van toepassing en geldt dan steeds voor een periode van tien jaar. Als in die periode enige tijd geen winst uit zeescheepvaart wordt genoten en vervolgens weer wel, blijft de tonnageregeling van toepassing. Als er aan het einde van de tienjaarsperiode geen sprake is van winst uit zeescheepvaart is, vervalt de toepassing van de tonnageregeling. Er moet een nieuw verzoek worden gedaan als er in een later jaar weer winst uit zeescheepvaart wordt behaald. De voorgestelde regeling bevat twee wijzigingen voor zeesleepboten. Aan de omschrijving wordt het woord ‘bestemd’ toegevoegd om aan te geven dat schepen beoordeeld worden naar constructie en inrichting en niet naar de plaats van werkzaamheden. De werkzaamheden van sleepboten verricht in havens en binnenwateren worden expliciet uitgesloten van deze regeling, omdat de Europese Commissie van mening is, dat de forfaitaire vaststelling van de winst in die gevallen onverenigbaar is met de Gemeenschappelijke markt. Volgens de staatssecretaris heeft het arrest Hughes de Lasteyrie du Saillant van het Hof van Justitie EG geen gevolgen voor het Nederlandse verdragsbeleid zoals dat na de herziening van het aanmerkelijk belangregime met ingang van 1 januari 1997 wordt vormgegeven.