14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | WDB 2005-00380 M
De staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag inzake de wetsvoorstellen Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) en Aanpassingswet Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen naar de Eerste Kamer gestuurd. In de nota wordt op twee vragen ingegaan. De eerste vraag heeft betrekking op het risico van terugvordering bij belanghebbenden als gevolg van onjuistheden in vooringevulde formulieren voor de aanvraag van huursubsidie. De ervaring leert dat bij ongeveer 20% van de geschatte inkomens het uiteindelijke toetsinkomen een relevante afwijking vertoont. Relevante afwijkingen treden alleen op als de aanvrager het vooringevulde inkomen niet zelf corrigeert op het moment waarop hij kan voorzien dat zijn inkomen zal afwijken van het vooringevulde inkomen. De tweede vraag heeft betrekking op de mogelijkheid om in individuele gevallen waarin mensen buiten hun schuld financieel volkomen vastlopen een beroep te kunnen doen op een hardheidsclausule. De staatssecretaris is van mening dat het hanteren van een jaarinkomen een adequaat uitgangspunt is voor de vaststelling van de draagkracht. Voor de situatie waarin er naast de inkomensterugval extra kosten zijn die de financiële draagkracht te boven gaan kan de bijzondere bijstand een oplossing bieden. Naar de mening van de staatssecretaris is de invoering van een hardheidsclausule niet de oplossing voor dergelijke situaties.