Nota van wijziging Belastingplan 2007

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | AFP06-778

De Minister van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging van het Belastingplan 2007 naar de Tweede Kamer gestuurd. De belangrijkste wijziging is de invoering van de zelfstandigenaftrek voor ondernemers van 65 jaar of ouder. Verder worden de afdrachtverminderingen zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk verruimd en wordt tegemoet gekomen aan het commentaar op de aanpassing van de omzetbelasting aan de Europese jurisprudentie en op de tijdsevenredige heffing van de BPM. Zelfstandigenaftrek Ondernemers van 65 jaar en ouder krijgen recht op de helft van de zelfstandigenaftrek zoals die voor jongere ondernemers geldt. Er is gekozen voor een lagere zelfstandigenaftrek omdat oudere ondernemers in een andere positie verkeren dan jongere ondernemers. De verschillen bestaan uit het recht op een AOW-uitkering en de lagere premiedruk. Deze rechtvaardigen een lagere zelfstandigenaftrek. Afdrachtvermindering zeevaart De afdrachtvermindering zeevaart blijft ondanks de uitbreiding van de toepassing 40%. De eerder voorgestelde verlaging was een gevolg van de geschatte toename van het aantal zeevarenden. Deze toename blijkt nu kleiner dan eerder werd aangenomen. Afdrachtvermindering Speur- en Ontwikkelingswerk Het forfaitaire bedrag voor het met ingang van 1 januari 2007 in aanmerking te nemen gemiddelde uurloon wordt verhoogd van € 25 naar € 28. Dit forfait is van toepassing voor inhoudingsplichtigen die een S&O-verklaring aanvragen voor het jaar 2007 en die in 2005 geen S&O hebben verricht waarvoor zij over een S&O-verklaring beschikken. Omzetbelasting De aanpassing van de omzetbelasting aan Europese jurisprudentie zal beperkter worden doorgevoerd dan aanvankelijk was voorzien. De huidige correctiesystematiek van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (BUA) blijft gelden voor BUA-prestaties “om niet”. In die gevallen is geen belasting verschuldigd wegens privégebruik omdat er geen vergoeding in rekening wordt gebracht. De forfaitaire correctie voor het privégebruik van een auto van de zaak voor de ondernemer/natuurlijke persoon blijft bestaan. Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) In tegenstelling tot het eerdere voorstel is nu de bedoeling dat er een volledige heffing van BPM komt voor buitenlands gekentekende voertuigen, die worden gehuurd door inwoners van Nederland. Deze heffing vindt plaats bij de aanvang van het gebruik van de weg in Nederland. Er komt een vrijstelling voor kortstondig gebruik van één maand (was één week). Verder komt er een teruggaaf van BPM bij export, waarbij rekening wordt gehouden met een van de gebruiksduur afhankelijk afschrijvingspercentage. Deze teruggaaf geldt voor motorvoertuigen met een registratiedatum of datum van aanvang van het gebruik van de weg in Nederland op of na 16 oktober 2006 en uitsluitend bij export naar EU-lidstaten en EER-staten. Bij de BPM-heffing van gebruikte auto’s wordt de werkelijke afschrijving als uitgangspunt genomen, waarbij desgewenst gebruik kan worden gemaakt van een forfaitair percentage.