14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | persbericht | 2005/058
In de nota “Werken aan winst” geeft de staatssecretaris van Financiën de plannen van het kabinet weer voor verbetering van het fiscale vestigingsklimaat. De nota bevat de volgende voorstellen:1. Verlaging van het vennootschapsbelastingtarief naar 26,9%. Het huidige tarief is 31,5%;2. Verlaging van het zogenaamde MKB-tarief in de vennootschapsbelasting naar 20% en vergroting van de schijflengte voor dit tarief naar € 41.000. Dit tarief bedraagt nu 27% over de eerste € 22.689; 3. Invoering van een MKB-winstvrijstelling van tenminste 5% in de inkomstenbelasting voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek;4. Mogelijke invoering van een optionele box in de vennootschapsbelasting voor winst op groepsrente met een tarief van 10%. Het lage tarief is van toepassing voorzover het bedrag van de ontvangen groepsrente hoger is dan het bedrag van de aan derden betaalde rente;5. Afschaffing van de kapitaalsbelasting. Deze heffing kent nu een tarief van 0,55%. Het doel van deze maatregelen is om meer bedrijven in Nederland te houden en te krijgen. De voorgestelde tariefsverlagingen worden gefinancierd uit verbreding van de grondslag. Die bestaat uit beperking van de termijnen van de verliesverrekening, beperking van de afschrijvingen op onroerend goed tot de werkelijke waarde, aanpassing van de egalisatiereserve voor levensverzekeraars, afschaffen van uitzondering op de deelnemingsvrijstelling en verdere beperking van de aftrek van gemengde kosten. De achterwaartse verliesverrekening wordt in de voorstellen beperkt tot één jaar; de voorwaartse verrekening tot een termijn van acht jaar.Verder wordt in de nota aandacht besteed aan ontwikkelingen in Europees verband; met name de steeds verdergaande invloed van rechtspraak van het Hof van Justitie EG op de wetgeving van de lidstaten. Voorbeeld is het onderwerp verliesverrekening over de grens naar aanleiding van de thans bij het HvJ EG lopende procedure van de warenhuisketen Marks & Spencer tegen het Verenigd Koninkrijk. Daarbij gaat het om de vraag of Marks & Spencer verliezen van haar buitenlandse dochters in mindering mag brengen op haar winst. Voorgesteld wordt de deelnemingsvrijstelling voortaan toe te passen op alle belangen van 5% of meer in een andere vennootschap. Belangen van die omvang worden geacht geen belegging van de moedermaatschappij te zijn. Kleinere belangen worden verondersteld een belegging te zijn. De vennootschapsbelasting bevat een reeks aan anti-misbruikbepalingen. Een deel daarvan bestaat uit aftrekbeperkingen op rentebetalingen. Bezien wordt of vereenvoudiging daarvan mogelijk is zonder de deur naar oneigenlijk gebruik en misbruik wijd open te zetten.