Omzetting opstalrecht in vruchtgebruik is geen wijze van rendabel maken

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2250 Zaaknr: 37370

De omzetting van een tijdelijk opstalrecht, dat een BV heeft op grond, die de directeur-grootaandeelhouder in eigendom heeft, in een recht van vruchtgebruik van grond en opstallen voor de resterende tijdsduur is geen wijze van rendabel maken van vermogen door de grondeigenaar. Dat is de strekking van een arrest van de Hoge Raad. Het opstalrecht was door de vorige eigenaar gevestigd ten behoeve van de BV in de akte, waarin de grond aan de DGA werd overgedragen. Volgens de Hoge Raad vonden afstand van het opstalrecht en vestiging van het vruchtgebruik tegelijkertijd plaats. De DGA had de waarde van de blote eigendom van de opstallen aan de BV betaald. De waarde van het vruchtgebruik van de grond is niet hoger dan de waarde van het opstalrecht. Het arrest heeft betrekking op de wet inkomstenbelasting 1964. Dit soort transacties valt onder de huidige wet onder het regime van terbeschikkingstelling van vermogen (box 1).