14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AK3836 Zaaknr: BK-98/02566
Vergoedingen, die een werkgever betaalt aan een werknemer bij diens ontslag, zijn in het algemeen belast, omdat de betaling direct voortvloeit uit (de beëindiging van) de dienstbetrekking. Een vergoeding voor immateriële schade, waarmee wordt bedoeld de aantasting van de goede naam van een werknemer, kan onbelast worden gegeven. Daarvoor is wel nodig, dat de goede naam van de werknemer is aangetast. Dit was het geval in een procedure voor Hof Den Haag. Na een dienstverband van 33 jaar werd een werknemer op straat gezet. Geruime tijd tevoren had de werkgever hem gedwongen zijn werk te staken en hem een spreekverbod opgelegd. Daardoor was de werknemer niet in staat om aan collega’s en zakenrelaties een verklaring te geven voor zijn plotselinge vertrek. Het Hof vond van belang, dat er naast de reguliere ontbindingsvergoeding een aparte schadevergoeding werd betaald en dat de werkgever heeft verklaard, dat er sprake was van een vergoeding voor de aantasting van de goede naam van de werknemer.