Ondanks eigen administratie aansprakelijk bij inlenen personeel
14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AV0715, 04/01775
Een ondernemer maakte gebruik van door een andere ondernemer ter beschikking gestelde werknemers. Deze laatste, de zogenaamde uitlener van personeel, voldeed niet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de betaling van loonheffing en omzetbelasting.
Op grond van de wet stelde de ontvanger de inlener van het personeel aansprakelijk voor een gedeelte van de niet betaalde naheffingsaanslagen. De inlener betwistte de aansprakelijkstelling omdat deze voor een te hoog bedrag zou zijn gedaan. Bij de naheffingsaanslagen
loonheffing zou de belastingdienst zijn uitgegaan van een te hoog gemiddeld netto uurloon. De inlener stelde dat het gemiddelde CAO-loon uit die periode moest worden gehanteerd. De uitlener had de belastingdienst meegedeeld dat het uurloon varieerde van ƒ
10 tot ƒ 13,50. De belastingdienst was uitgegaan van een gemiddeld uurloon van ƒ 12,50. Dat was door schatting bepaald. Op basis van de teruggevonden loonspecificaties bedroeg het gemiddelde afgerond ƒ 12. Volgens het Hof had de ontvanger een hoger netto uurloon
dan ƒ 12 niet aannemelijk gemaakt. De aansprakelijkstelling werd in overeenstemming daarmee verlaagd. De inlener had volgens het Hof niet bewezen dat niet meer dan het lagere gemiddelde CAO-loon zou zijn betaald. De door de inlener bijgehouden administratie
van de ingeleende werknemers en de door hen gewerkte uren was weliswaar volledig, maar dat leidde niet tot een vermindering van de aansprakelijkstelling. De aansprakelijkheid ontbreekt alleen wanneer aannemelijk is dat het niet betalen van de verschuldigde
belasting noch aan de uitlener noch aan de inlener is te wijten. De verwijtbare handeling van de uitlener is dus voldoende voor aansprakelijkstelling van de inlener. Vanwege de door de inlener bijgehouden administratie had de ontvanger bij de aansprakelijkstelling
voor de loonheffing het zogenoemde matigingstarief toegepast.