Ondanks leegstand woning toch aanslag verontreinigingsheffing

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AS6246, BK 47/04

De eigenaar van een leegstaande woning kreeg een aanslag verontreinigingsheffing opgelegd. De aanslag was gebaseerd op bewoning door een gezin en opgelegd naar 3 vervuilingseenheden. Tot 1 oktober 2003 werd de woning verhuurd; daarna stond deze leeg in afwachting van verkoop. Het waterverbruik bedroeg van 27 september 2003 tot 10 mei 2004 1 m3 en in de periode van 1 januari 2004 tot 1 oktober 2004 6 m3. Na bezwaar bleef de aanslag gehandhaafd. In plaats van hiertegen in beroep te gaan bij het gerechtshof stuurde de eigenaar binnen de beroepstermijn een nieuwe brief naar het waterschap. Het waterschap stuurde die brief niet door naar het gerechtshof, maar reageerde naar de eigenaar. Inmiddels was de beroepstermijn verstreken. De eigenaar diende alsnog een beroepschrift in bij het Hof. Het Hof was van oordeel dat het beroep ontvankelijk was en dat de eigenaar in de periode dat de woning te koop stond voor de verontreinigingsheffing als gebruiker gold, ondanks dat hij geen inwoner was van het taakgebied van het waterschap. Bij de vaststelling van de aanslag moest niet gekeken worden naar de feitelijke hoeveelheid en/of de hoedanigheid van de via de riolering afgevoerde afvalstoffen. De heffing vond plaats op basis van een forfaitaire berekening. Het Hof merkte de leegstand van de woning aan als gebruik door één persoon. Dat betekende dat de aanslag verminderd moest worden.