Ondergrond van woning, die keuzevermogen was, volgt keuze woning

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ1713 Zaaknr: BK-03/02282

Een ondernemer exploiteerde een tuinbouwbedrijf. Hij rekende zijn woning met ondergrond en tuin tot zijn ondernemingsvermogen. Vanwege de verandering in de landbouwvrijstelling per 27 juni 2000 wilde hij met ingang van 26 juni 2000 de ondergrond en de tuin tot zijn privé-vermogen rekenen. Hij ging ervan uit dat de boekwinst onbelast was, omdat deze onder de oude landbouwvrijstelling viel. De woning bleef ondernemingsvermogen. Volgens de Inspecteur konden de ondergrond en de tuin niet zonder de bedrijfswoning worden overgebracht naar privé. Ook kon de overdracht niet op 26 juni 2000 plaatsvinden, maar pas op 27 juni 2000 van de woning. Een onbelaste overgang was daarom niet mogelijk. De inspecteur hield rekening met een waardevermindering van twintig percent vanwege voortgezette bewoning. Naar het oordeel van Hof Den Haag was de woning met tuin en ondergrond keuzevermogen. De ondergrond en de tuin waren niet splitsbaar van de woning, maar volgden het gebruik van de woning. Het uitbrengen van een gesplitste keuze voor de woning en ondergrond met tuin was volgens het Hof niet mogelijk. De Hoge Raad had al eerder vastgesteld, dat herziening van de keuze voor een agrarische bedrijfswoning alleen bij de inwerkingtreding van het nieuwe regime voor de landbouwvrijstelling mogelijk was. Op dat moment deed zich een bijzondere omstandigheid voor, die herziening van de eerder gemaakte keuze mogelijk maakte. De aanslag bleef daarom in stand.