Ondernemer die meer uren aan dienstbetrekking besteedde had geen recht op zelfstandigenaftrek

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AT7887, 04/01163

Iemand dreef in het jaar 2000 naast een fulltime dienstbetrekking een onderneming. Hij claimde in zijn aangifte inkomstenbelasting toepassing van de zelfstandigenaftrek. Daarvoor moest hij meer dan de helft van zijn arbeidstijd en meer dan 1225 uren aan de onderneming besteden. Hof Arnhem berekende het aantal arbeidsuren voor de dienstbetrekking als volgt:- het aantal uren per week bedroeg 36;- wegens ouderschapsverlof had de belanghebbende 29 weken van 24 uur gewerkt; - de belanghebbende had in 2000 recht op 166 uren vakantie. Het totaal aantal uren kwam daarmee uit op 1358. Volgens het Hof maakte de belanghebbende niet aannemelijk dat hij in 2000 meer dan 1254 uren had besteed ten behoeve van zijn onderneming. Dat waren minder uren dan hij aan zijn dienstbetrekking had besteed, zodat er geen recht op zelfstandigenaftrek was.