14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF6816 Zaaknr: 02/00999
Bij zijn toetreding tot een maatschap heeft een ondernemer voor de betaling van kapitaal en goodwill een lening afgesloten. Die lening rekende hij tot zijn ondernemingsvermogen. Enkele jaren later trad hij uit de maatschap en staakte hij zijn onderneming. Daarna ging hij in loondienst werken. Bij het uittreden uit de maatschap ontving hij een bedrag aan goodwill. Dat werd gefaseerd uitbetaald. De uitbetaalde bedragen werden belegd en leverden belaste opbrengsten op. De lening loste hij niet af. In geschil was de aftrekbaarheid van de in 1998 betaalde rente op de lening na het uittreden uit de maatschap. De voormalige ondernemer was van mening dat de betaalde rente geheel aftrekbaar was; de belastingdienst meende, dat de rente als persoonlijke verplichtingenrente slechts beperkt aftrekbaar was. Hof Den Bosch stelde de ondernemer in het gelijk. Tegenover de schuld stond een rentedragende vordering op de maatschap en de beleggingsportefeuille. Dat hield in, dat de betaalde rente op de inkomsten uit vermogen drukte en dus aftrekbaar was voor het geheel.