Onjuist inzicht in voorwaarden voor levering leidt tot pleitbaar standpunt

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AE4480 Zaaknr: 37175

Als een belastingplichtige een standpunt inneemt, dat niet juist is maar niet zodanig fout, dat de belastingplichtige bewust te weinig belasting betaalt, past het niet om een boete op te leggen wegens opzet of grove schuld. De staatssecretaris van Financiën ging in cassatie tegen een uitspraak van Hof Amsterdam, waarin dit tot het oordeel kwam dat de belastingplichtige een zogenaamd pleitbaar standpunt had ingenomen en dat om die reden de opgelegde boete moest worden vernietigd. De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van het Hof. Het ging om de levering van een zeilboot aan een ondernemer. Die wilde de BTW-heffing daarover voorkomen en sprak daarom met een in België gevestigde ondernemer af, dat de boot aan hem zou worden geleverd en vervolgens door de Belgische ondernemer zou worden doorgeleverd aan een op de Britse kanaaleilanden gevestigd bedrijf. Van dat laatste bedrijf was de ondernemer in kwestie de aandeelhouder. De zeilboot werd door een ingehuurde schipper vanuit Nederland naar België gevaren en vertrok gelijk daarna naar de Kanaaleilanden om vandaar naar Nederland terug te varen. De overeenkomsten en facturen werden achteraf opgemaakt en geantedateerd. Volgens Het Hof heeft de Nederlandse ondernemer het zeiljacht niet geleverd aan de Belgische ondernemer. Dat betekent, dat de aanslag terecht is opgelegd. Het Hof is van mening, dat het standpunt dat wel een levering heeft plaatsgevonden pleitbaar is. Dan is van opzet of grove schuld geen sprake en daarom moet de boete vervallen. Volgens de Hoge Raad volgt uit het oordeel van het Hof niet zonder meer dat sprake is van een gefingeerd feitencomplex. Het Hof heeft ging ervan uit dat de ondernemer zich heeft willen verplichten tot levering van het jacht maar niet wist wat de juridische vereisten daarvoor waren. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Daarop baseerde het Hof het oordeel dat opzet of grove schuld ontbreekt. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting volgens de Hoge Raad.