14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7660 Zaaknr: 00/02985
Een procedure over de aanslag vennootschapsbelasting 1995 van een BV kent twee punten van geschil, nl. een formeel en een materieel geschilpunt. Het formele geschilpunt betreft de vraag of de aanslag tevens een beschikking is, waarbij het verlies wordt vastgesteld. De BV had aangifte gedaan van een negatief belastbaar bedrag. De inspecteur had een aantal correcties aangebracht, waardoor het belastbaar bedrag positief werd. Door verrekening van oude verliezen was de aanslag nihil. Het bezwaar was door de inspecteur wegens gebrek aan belang afgewezen. Volgens Hof Amsterdam mocht de BV de aanslag als een beschikking opvatten waarbij het verlies op een negatief bedrag was vastgesteld. Dat houdt in, dat daartegen bezwaar kan worden gemaakt. De latere beschikking van de inspecteur, waarin hij een ander bedrag had genoemd, was een onbevoegd genomen beschikking, die door het Hof is vernietigd. Inhoudelijk ging het geschil over het liquidatieverlies op een buitenlandse deelneming. Over het opgeofferde bedrag voor de deelneming waren partijen het eens. De inspecteur wilde op het liquidatieverlies een correctie aanbrengen op grond van de foutenleer, omdat in het verleden een kapitaalstorting door de BV in de deelneming als verlies was verwerkt. Die storting had het opgeofferde bedrag verhoogd. Het verlies was nooit met latere winsten verrekend en door tijdsverloop was het verdampt. Daarom kon volgens het Hof de foutenleer niet worden toegepast. Het liquidatieverlies is vastgesteld op het opgeofferde bedrag, verminderd met een dividenduitkering die in het verleden heeft plaatsgevonden.