Onjuiste administratieve afdoening voorkwam navordering

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNAZ5328, 05/9480

De Belastingdienst maakte bij het regelen van een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2000 een fout door geen rekening te houden met de vrijval van de fiscale oudedagsreserve als gevolg van het staken van de onderneming. In de aangifte was de staking van de onderneming op de daarvoor aangewezen wijze vermeld. De vrijval van de fiscale oudedagsreserve was eveneens in de aangifte verwerkt. De Belastingdienst wilde de fout herstellen door het opleggen van een navorderingsaanslag. Het voor navordering benodigde nieuwe feit ontbrak omdat de vrijval in de aangifte was verwerkt. Dat betekende dat navordering alleen mogelijk was op grond van een kenbare ambtelijke fout die niet voortvloeide uit het onjuiste inzicht van de inspecteur in de feiten of het recht. De ingediende aangifte was administratief afgedaan, dat wil zeggen dat de gegevens slechts globaal waren beoordeeld. Bij administratieve afdoening kan de inspecteur zich niet beroepen op een met een schrijf- of tikfout gelijk te stellen vergissing, die heeft geleid tot een aanslag die niet in overeenstemming is met de aanslag zoals de inspecteur die beoogde vast te stellen. In een dergelijke situatie heeft de inspecteur in het geheel geen voorstelling van de hoogte van de aanslag. De rechtbank Den Haag vernietigde daarom de opgelegde navorderingsaanslag.