Ontslag zonder vergoeding kennelijk onredelijk

20 februari 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJNBA5758, C200501056

De beëindiging van een dienstverband kan, ondanks verkregen toestemming, kennelijk onredelijk zijn. Dat is het geval als de belangen van de ontslagen werknemer geschaad worden. Er moet een afweging gemaakt worden tussen het belang van de werkgever bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de te verwachten nadelige gevolgen daarvan voor de werknemer, rekening houdend met de kansen van de werknemer op de arbeidsmarkt en de door de werkgever voor de werknemer getroffen voorzieningen. Het aanbieden van compensatie in de vorm van een ontslagvergoeding kan de onredelijkheid van het ontslag wegnemen. Ook wanneer niet de beëindiging van de arbeidsovereenkomst maar arbeidsongeschiktheid van de werknemer nadelige gevolgen voor de werknemer teweegbrengt kan de werkgever verplicht zijn om schadevergoeding te betalen. Een oorzakelijk verband tussen de werkomstandigheden en de arbeidsongeschiktheid moet dan wel aannemelijk zijn. Hof Den Bosch vond de beëindiging van een dienstverband na meer dan 31 jaar zonder een ontslagvergoeding kennelijk onredelijk. De werknemer was op dat moment al twee jaar arbeidsongeschikt. Het Hof weet de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid mede aan de werkgever. De werknemer was door rugklachten uitgevallen. Volgens het Hof waren deze klachten mede het gevolg van de werkomstandigheden. De werknemer had als (leerling)verpleegkundige en later als afdelingshoofd rugbelastende werkzaamheden verricht. Pas medio jaren negentig kwamen er in hoogte verstelbare bedden en tilhulpmiddelen waren pas vanaf het einde van de jaren negentig beschikbaar. Als gevolg van een structureel personeelstekort was de werkdruk hoog. Het Hof vond het ziekenhuis verantwoordelijk voor de tekortkomingen in de werkorganisatie. De eerder door de kantonrechter vastgestelde schadevergoeding van € 75.000 bruto vond het Hof in dit geval redelijk.