19 april 2004 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AP0827 Zaaknr: 03/02778
Een BV is door de ontvanger van belastingen aansprakelijk gesteld voor loonbelastingschulden van een buitenlandse vennootschap. De BV gebruikte personeel van de buitenlandse vennootschap De BV bestreed deze aansprakelijkstelling en verzocht de ontvanger om inzage in alle relevante stukken. De ontvanger weigerde volledige inzage. De BV vroeg aan het gerechtshof om bij voorlopige voorziening de ontvanger te dwingen om inzage te geven in of afgifte van de volgende stukken: - de gegevens met betrekking tot de belastingplichtige en de gegevens van de betreffende aanslagen; - de bezwaar en/of beroepschriften, die door de belastingplichtige zijn ingediend tegen de aanslagen waarvoor de BV aansprakelijk is gesteld; - alle stukken met betrekking tot de (dwang)invorderingsmaatregelen; - kopie van het ingestelde internationale verhaalsonderzoek bij de formele bestuurders van de buitenlandse vennootschap of de schriftelijke bevestiging dat dit onderzoek niet heeft plaatsgevonden; en - kopieën van alle overige correspondentie met betrekking tot de naheffingsaanslagen tussen de Inspecteur en de belastingplichtige. Het Hof moest de volgende vragen beantwoorden: I. Is het verzoek om een voorlopige voorziening ontvankelijk? II. Zo ja, is er sprake van de voor een voorlopige voorziening nodige onverwijlde spoed? III. Zo ja: moet de Ontvanger de op de zaak betrekking hebbende stukken aan verzoekster overleggen? Ad I. Volgens het Hof is het verzoek van de BV ontvankelijk, omdat het gaat over de verplichting van de Ontvanger om de stukken, die betrekking hebben op een bij het Hof ingesteld beroep ter inzage te verstrekken. Ad II. Naar het oordeel van het Hof vindt de wetgever het ongewenst, dat iemand pas bij het Hof kennis kan nemen van stukken, die eerder ontoegankelijk waren. Vermeden moet worden dat een bestuursorgaan zijn beslissing doet steunen op informatie die de belanghebbende niet heeft kunnen kennen, om onnodige procedures te voorkomen. De BV heeft er volgens het Hof alle belang bij om zo snel mogelijk volledig geïnformeerd te zijn. Ad III. Volgens het Hof is de ontvanger verplicht om alle relevante stukken ter inzage te verstrekken. Door de aansprakelijkstelling is de BV in de plaats getreden van de buitenlandse vennootschap en heeft de BV dus het recht om van alle stukken die daarop betrekking hebben kennis te nemen. Voor zover het anderen betreft mogen de gegevens daarvan onleesbaar worden gemaakt. De BV hoeft niet te specificeren welke stukken zij wil inzien; de verplichting van de ontvanger betreft alle op de zaak betrekking hebbende stukken, ook die waarvan de BV het bestaan niet kent. Omdat het Hof van oordeel is, dat de ontvanger zich wellicht aan zijn verplichtingen zal willen onttrekken, legt het Hof een dwangsom op voor dat geval.