Ontvangst aanvraagformulier lijfrenteverzekering door tussenpersoon onvoldoende voor totstandkoming

29 april 2005 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT4892, 38393

Met ingang van 15 oktober 1990 is de Brede Herwaardering van lijfrente- en kapitaalverzekeringen in werking getreden. De fiscale behandeling van levensverzekeringen en de voorwaarden die gelden zijn daardoor ingrijpend veranderd. Voor bestaande verzekeringen gold een overgangsregeling. Voor verzekeringen die rond genoemde datum tot stand zijn gekomen was het van belang om te bepalen of het oude regime nog kon worden toegepast of niet. In een procedure over een dergelijke verzekering, waarbij de vraag was of de overgangsregeling van toepassing was, stelde de belanghebbende zich op het standpunt dat het indienen van een aanvraagformulier voor een verzekering bij de assurantietussenpersoon gold als de aanvaarding van een aanbod van de verzekeringsmaatschappij. De belanghebbende had het aanvraagformulier op 10 oktober 1990 ingeleverd, maar hij kon niet bewijzen dat de verzekeringsmaatschappij het aanvraagformulier voor de 15e oktober ontvangen had. Hof Arnhem wees het standpunt van de belanghebbende af en was van oordeel dat de overgangsregeling niet van toepassing was. Volgens de Hoge Raad was dat oordeel juist. Vanwege de lange duur van het beroep in cassatie verminderde de Hoge Raad de opgelegde boete met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn.