Ook kostenegalisatiereserve voor pensioen moet actuarieel gewaardeerd te worden

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AT6094, 03/00105

Een BV legde op 31 december 1998 in twee intentieovereenkomsten haar stellige voornemen om aan de twee directeuren van de BV pensioen uit te keren vast. In 1999 vormde de BV in verband daarmee ten laste van haar winst een kostenegalisatiereserve. De BV wilde de kostenegalisatiereserve lineair opbouwen met een jaarlijkse dotatie van ƒ 39.010. De inspecteur stond alleen actuariële opbouw toe waardoor in 1999 ƒ 19.481 aan de reserve kon worden toegevoegd. Hof Arnhem was van oordeel dat goed koopmansgebruik verplicht om ook bij de jaarlijkse toevoeging aan een reserve rekening te houden met rente en met sterftekansen, ondanks dat de wetsbepaling die verplicht tot actuariële waardering van pensioenverplichtingen niet wordt genoemd in de wetsbepaling die vorming van een kostenegalisatiereserve mogelijk maakt. Het Hof zag niet in waarom voor de opbouw van een pensioenvoorziening die enkel is gegrond op een stellig voornemen iets anders zou gelden dan voor pensioenverplichtingen. De door de inspecteur aangebrachte correctie op de winst bleef in stand.