Op verzoek van DGA door de ene BV aan de andere BV verstrekte lening vormde uitdeling

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AI0244 Zaaknr: 02/2161

Een DGA heeft in 1992 een huurrecht van een pand gekocht voor een bedrag van ƒ 155.000. Het pand verhuurt hij aan de BV, waarvan hij directeur en 50% aandeelhouder is. Het huurcontract met de BV heeft een looptijd van 5 jaar met een optie voor nog eens vijf jaar. Dat brengt Hof Amsterdam tot de veronderstelling, dat het huurrecht 10 jaar lang opbrengsten kan opleveren. Ten laste van de huuropbrengsten kan de DGA het huurrecht dan in 10 jaar afschrijven. Dat betekent, dat ten laste van zijn inkomen in 1993 niet meer dan ƒ 15.500 kan worden gebracht. De DGA had nog een andere BV, waarvan hij enig aandeelhouder was. Die BV verstrekte een lening aan de eerste BV van ƒ 13.000. De schuldenaar verstrekte geen zekerheden. De lening stond niet op schrift; er was geen aflossingstijdstip overeengekomen en geen rente. Hof Amsterdam volgde de opvatting van de inspecteur, dat er een uitdeling had plaatsgevonden omdat uitsluitend de aandeelhoudersbelangen waren gediend met het verstrekken van de onzakelijke lening.