14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | DGB 2005-3320
De Staatssecretaris van Financiën gaat niet in cassatie tegen een uitspraak van Hof Amsterdam over de fiscale gevolgen van de verkoop van een door de exploitanten van een metselbedrijf in eigen beheer gebouwde woning. Volgens het Hof was de verkoopopbrengst niet belast. Omdat de verrichte werkzaamheden in voldoende mate afweken van de normale activiteiten van de onderneming rekende het Hof de bouw en de opbrengst daarvan niet aan de onderneming toe. Bij de bouw van de woning hadden de exploitanten namelijk ook timmerwerk, schilderwerk en ander werk verricht. De verdeling van de verkoopopbrengst week af van de winstverdeling volgens het firmacontract. Daarnaast was de woning ten tijde van de aankoop van de grond en de start van de bouw bestemd voor eigen bewoning. Pas toen bekend werd dat een naastgelegen bedrijf zou vertrekken werd besloten de woning te verkopen. Omdat de woning was gebouwd voor eigen gebruik was er geen sprake van inkomsten uit arbeid. Er was geen voordeel beoogd en de werkzaamheden in verband met de verkoop gingen normaal vermogensbeheer niet te boven. Volgens de staatssecretaris gaf het oordeel van het Hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.