14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJNBA0966, AWB 05/342
Het Ministerie van Economische Zaken kan een S&O-verklaring wijzigen of intrekken wanneer de werkgever die de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk heeft aangevraagd zich niet houdt aan de voorschriften voor de projectadministratie. Daaruit moet blijken wat de aard en de inhoud is van het verrichte speur- en ontwikkelingswerk en hoeveel uren de betrokken werknemers aan het verrichte speur- en ontwikkelingswerk per project hebben besteed. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven is met betrekking tot het intrekken van S&O-verklaringen de bevoegde rechterlijke instantie. In een procedure naar aanleiding van de intrekking van de S&O-verklaringen voor een aantal projecten stelde het College vast dat niet duidelijk was waarom de administratie van een van de projecten niet voldeed aan de gestelde eisen. Het Ministerie van Economische Zaken maakte niet duidelijk waarom voor dit project de S&O-verklaring was ingetrokken. Met betrekking tot de overige projecten lag dat anders. Uit de aanwezige stukken was de aard en de inhoud van de verrichte S&O-activiteiten niet af te leiden. De projectadministratie bevatte geen relevante technische documenten. Het ministerie had echter eerdere onderzoeken uitgevoerd bij dit bedrijf in verband met de S&O-activiteiten. Bij die onderzoeken zijn geen opmerkingen gemaakt over de gevoerde projectadministratie en bleven de S&O-verklaringen in stand. Omdat aan de bedrijfsvoering niets was veranderd zag het College geen aanleiding om te veronderstellen dat de projectadministratie anders was ingericht dan in eerdere jaren. Door geen opmerkingen te maken over de gevoerde projectadministratie had het ministerie het vertrouwen gewekt dat dit bij volgende controles niet anders zou zijn, aangezien het ministerie nadien niet had meegedeeld dat er strengere eisen aan de projectadministratie werden gesteld. Het besluit om de S&O-verklaring voor vijf projecten in te trekken vanwege een gebrekkige projectadministratie was genomen in strijd met het vertrouwensbeginsel.