Opzet belastingplichtige door inspecteur niet bewezen

28 maart 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJNBA5111, 04/01556

Wanneer een belastingplichtige geen aangifte doet of geen of te weinig belasting betaalt kan de inspecteur een boete opleggen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een verzuimboete en een vergrijpboete. Voor het opleggen van een vergrijpboete is tenminste de aanwezigheid van grove schuld bij de belastingplichtige vereist. De inspecteur moet de schuldgradatie stellen en bewijzen. Ingeval van een vennootschap die pas na vragen over een in de jaarrekening verwerkte dividenduitkering aangifte dividendbelasting deed legde de inspecteur een boete op van 50% van de verschuldigde belasting. Volgens de inspecteur was sprake van opzet. Aanvankelijk stelde de inspecteur zich op het standpunt dat de adviseur van de vennootschap opzettelijk geen aangifte had gedaan en rekende hij de opzet van de adviseur toe aan de vennootschap. Door een arrest van de Hoge Raad verviel dat standpunt. De inspecteur slaagde er naar het oordeel van Hof Den Bosch niet in te bewijzen dat ook bij de vennootschap zelf sprake was van opzet. Het Hof vernietigde daarom de opgelegde boete.