Overdracht pensioenvoorziening was afkoop ook zonder wijziging regeling

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT3407, 39512

Sinds 1 januari 1995 is het fiscale regime voor pensioenvoorzieningen aangescherpt. Er worden strengere eisen gesteld aan pensioenverzekeraars. Het niet voldoen aan de wettelijke eisen heeft tot gevolg dat er geen sprake van een pensioenvoorziening in fiscale zin is. Pensioenverzekeraars moeten de pensioenvoorzieningen tot hun binnenlands ondernemingsvermogen rekenen, met andere woorden, het is niet toegestaan om de pensioenverplichting in het buitenland onder te brengen. Deze eis geldt op grond van overgangsrecht niet voor op 31 december 1994 bestaande pensioenverplichtingen die na 1 januari 1995 niet meer zijn gewijzigd. In die situatie mag de pensioenverzekeraar dus in het buitenland zijn gevestigd. Volgens de Hoge Raad gaat het overgangsrecht echter niet zover dat het ook bescherming biedt bij het overnemen van de pensioenverplichtingen door een andere verzekeraar. Het overnemen van pensioenverplichtingen door een andere verzekeraar geldt namelijk als een afkoop van pensioenrechten door de pensioengerechtigde, tenzij de nieuwe verzekeraar aan de in de Wet op de Loonbelasting gestelde eisen voldoet. Het arrest van de Hoge Raad had betrekking op een geval waarin zowel de oude als de nieuwe pensioenverzekeraar op de Nederlandse Antillen was gevestigd. De oude pensioenverzekeraar was een Nederlandse pensioen-BV, die op 31 december 1993 haar zetel verplaatste naar CuraƧao. Omdat er vanaf 1994 geen verdere pensioenopbouw meer plaats vond was het overgangsrecht op deze pensioenverplichting van toepassing. In 1996 nam een Antilliaanse NV de pensioenverplichtingen over van de pensioen-BV. Tegelijkertijd werd de pensioeningangsdatum enkele maanden verschoven zonder aanpassing van de pensioenuitkeringen. Door de overname was het overgangsrecht niet meer van toepassing en werd de waarde van de pensioenaanspraken bij het inkomen van de pensioengerechtigde geteld. De pensioengerechtigde meende dat het overgangsrecht van toepassing bleef omdat de pensioenrechten niet waren gewijzigd. Hof Den Haag was van oordeel dat het overgangsrecht niet van toepassing was vanwege het uitstel van de ingangsdatum. De Hoge Raad vond die aanpassing geen wijziging van de pensioenrechten, maar liet de uitspraak van het Hof in stand omdat voor de overname van de verplichtingen niet van belang was of de pensioenrechten waren gewijzigd. Door de enkele overname was het overgangsrecht niet meer van toepassing.