Overgang bedrijfspand BV naar prive vormde uitdeling

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AO4465 Zaaknr: BK 1713/02

Kort voor de oprichting in 1989 van zijn BV waarvan het aandelenkapitaal is volgestort door de inbreng van zijn onderneming, heeft de aandeelhouder het bedrijfspand gekocht. Dit pand is vanaf de aankoopdatum verwerkt op de balans van de BV. Alle kosten en lasten van het pand zijn ten laste van de fiscale winst van de BV gebracht. De BV heeft voor de investering in het bedrijfspand kleinschaligheidstoeslag gehad. Het bedrijfspand is binnen de BV volledig gebruikt als winkelpand. Eind 1995 wordt het pand verkocht. De winst op het pand wordt niet verantwoord door de BV. De adviseur heeft in 1995 aan de belastingdienst gevraagd om het pand vanaf de aankoop als privé te mogen aanmerken. Dat is geweigerd omdat het economische belang van het pand altijd bij de BV heeft gelegen. Noch in de aangifte vennootschapsbelasting 1995 noch in die van 1996 (het jaar van levering) is de verkoop van het pand verwerkt. Wel is in de balans van 1995 een overgang naar privé verwerkt, maar in de aangifte is niet opgenomen, dat er transacties met aandeelhouders hebben plaatsgevonden. Aan de aandeelhouder is een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd omdat de BV een uitdeling aan hem heeft gedaan. Volgens Hof Leeuwarden is een nieuw feit niet nodig omdat er sprake is van kwade trouw. Hoewel de aandeelhouder wist, dat de belastingdienst niet akkoord ging met het standpunt dat de economische eigendom niet was ingebracht, heeft hij zich toch op dat standpunt gesteld zonder dat in de aangifte uitdrukkelijk te melden. De uitdeling bedroeg de waarde van het pand, die gesteld werd op ƒ 250.000 minus de boekwaarde van ƒ 147.000. Ten aanzien van de opgelegde boete vindt het Hof een termijn van behandeling van vier jaar niet onredelijk lang, omdat het gaat om een tamelijk ingewikkelde materie, waarbij getracht is om over meerdere jaren en belastingen een compromis te sluiten. Daarom bleef de boete van 50% in stand.De BV werd geconfronteerd met een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting over (uiteindelijk) hetzelfde bedrag en een desinvesteringsbetaling in verband met de overdracht van het pand. De aanvankelijk opgelegde boete is door een vergissing bij de uitspraak op het bezwaarschrift geheel vervallen. De navorderingsaanslag vennootschapsbelasting bleef in stand.