Overname achterstallige betalingsverplichting werkgever

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AY5589, 05/3438 en 05/3439 WW

Het UWV nam de loonbetalingsverplichtingen over van een failliet verklaarde werkgever. De werknemers hadden nog recht op roostervrije dagen. Die werden door het UWV niet uitbetaald omdat noch de wet noch de CAO een aanspraak gaf op uitbetaling daarvan. Een werknemer dient bij beëindiging van het dienstverband de resterende roostervrije dagen vóór het einde van het dienstverband op te nemen. Alleen als de werknemer niet in staat is die dagen op te nemen, heeft hij recht op uitbetaling. Twee werknemers spanden een procedure aan om betaling van de niet opgenomen dagen af te dwingen, omdat zij niet in staat waren deze dagen op te nemen. Volgens de Centrale Raad van Beroep bevatte de toepasselijke CAO geen verplichting voor de werkgever om niet opgenomen ADV-uren te vergoeden. Een dergelijke verplichting zou in strijd zijn met de ratio van de regeling van de arbeidstijdverkorting. De uitzondering op de regel voor de werknemer die niet in staat was om de roostervrije dagen voor het einde van het dienstverband op te nemen deed zich bij een van deze werknemers voor. Op de dag waarop de curator de arbeidsovereenkomst feitelijk opzegde was hij al bij een andere werkgever in dienst getreden. Daardoor ontbrak een opzegtermijn gedurende welke hij zijn opgebouwde roostervrije uren kon opnemen. Bij deze beoordeling moet de feitelijke dag van opzegging en niet de door het UWV vastgestelde fictieve dag van opzegging in aanmerking worden genomen. Uitgaande van de fictieve dag van opzegging zou de werknemer met terugwerkende kracht roostervrije dagen hebben genoten.