Overtreding concurrentie- resp. relatiebeding tijdens en na dienstverband

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AV3770,299501 CV 05-6049

In de schriftelijke arbeidsovereenkomst van een werknemer stond een verbod op het uitvoeren van concurrerende werkzaamheden tijdens het dienstverband en tot een jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Op initiatief van de werknemer werd de arbeidsovereenkomst ontbonden en werd het concurrentiebeding omgezet in een relatiebeding. Volgens dat relatiebeding mocht de werknemer gedurende een jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst bepaalde producten niet verkopen en mocht hij geen acquisitie plegen bij klanten en contacten van de werkgever. Klanten die hem zouden benaderen gedurende deze periode moest de werknemer doorverwijzen naar zijn vroegere werkgever. Direct na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst startte de werknemer zijn eigen bedrijf, dat dezelfde activiteiten verrichtte als zijn vroegere werkgever. De werknemer nam direct bij de start van het bedrijf twee vroegere collega’s in dienst. De vroegere werkgever ontdekte vervolgens dat de werknemer zijn concurrerende bedrijf had ingeschreven in het handelsregister en een opdracht van een bestaande klant van de werkgever had gekregen. Het dossier van deze klant bleek niet bij de werkgever op het bedrijf aanwezig maar in het bezit van de werknemer te zijn. De werkgever stelde de werknemer aansprakelijk en vorderde schadevergoeding.De kantonrechter was van oordeel dat de werknemer tijdens het dienstverband het bestaande concurrentiebeding had geschonden door de start van zijn eigen bedrijf voor te bereiden. De voorbereidingshandelingen bestonden uit telefoongesprekken met zijn financier en zijn adviseur en gesprekken met de collega’s over het opzetten van een eigen bedrijf. De werkgever had voldoende aannemelijk gemaakt dat de werknemer al tijdens zijn dienstverband had geprobeerd om een klant voor zichzelf binnen te halen, maar kreeg van de kantonrechter de gelegenheid om het tegendeel te bewijzen. Los daarvan stond het de werknemer niet vrij om de opdracht van deze klant aan te nemen zonder rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de werkgever. De voorbereidende werkzaamheden had hij tijdens zijn loondienstverband uitgevoerd en dus had hij kosten kunnen besparen. Op zijn minst had de werknemer uit eigen beweging contact met zijn vroegere werkgever moeten opnemen om hem op de hoogte te brengen en om afspraken te maken over een vergoeding voor bespaarde kosten.De kantonrechter was het niet eens met de manier waarop de gevorderde schadevergoeding was berekend. De werkgever had die gesteld op de gemiste omzet. Dat moest zijn het geleden verlies of de gederfde winst. De omvang van de schade moest op een later moment worden vastgesteld.