14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU0874, 39828
In een procedure over een aanslag onroerende zaakbelasting die was opgelegd aan de eigenaar van een huis in aanbouw, waarin nog niet kon worden gewoond, stelde Hof Den Haag vast, dat het tarief voor woningen moest worden toegepast. Voor de tariefdifferentiatie van de OZB geldt een woning in aanbouw als een woning. De gemeente had de aanslag gebaseerd op de tarieven voor niet-woningen. De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd. Een onroerende zaak in aanbouw hoeft voor de kwalificatie als woning niet te beschikken over alle voor bewoning noodzakelijke voorzieningen. Bepalend is of een onroerende zaak bestemd is om na de voltooiïng in hoofdzaak tot woning te dienen.