14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AV4043, 41811
De Hoge Raad is het eens met het oordeel van Hof Den Bosch dat het bieden van de gelegenheid tot parkeren van auto’s en het stallen van fietsen een afzonderlijke dienst is die los staat van de exploitatie door dezelfde ondernemer van een attractiepark. De toegang tot het attractiepark viel onder het lage tarief van de omzetbelasting. De exploitant wilde het lage tarief ook toepassen op de toegang tot het parkeerterrein. Hof Den Bosch stond dat niet toe, omdat er sprake was van afzonderlijke diensten. De exploitant verleende namelijk ook toegang tot het park aan personen die niet met de auto of de fiets kwamen en vroeg alleen aan de bezoekers van het park die gebruik maakten van het parkeerterrein of de fietsenstalling een (afzonderlijke) vergoeding voor het parkeren of stallen. Het parkeren of stallen was ook geen bijkomende dienst, die het verlenen van toegang tot het park aantrekkelijker moest maken. Volgens het Hof was het parkeren of stallen voor bezoekers een doel op zich. Het hoge tarief omzetbelasting bleef van toepassing op de parkeer- en stallingsgelden.