14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AV0173, 03/02210
De wet op de omzetbelasting bevat een bepaling die teruggaaf van afgedragen omzetbelasting mogelijk maakt in het geval de in rekening gebrachte vergoeding niet is en niet zal worden ontvangen. Het recht op teruggaaf ontstaat in het tijdvak waarin redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de voldoening door de schuldenaar achterwege zal blijven. Om die reden wees Hof Arnhem een verzoek om teruggaaf af dat betrekking had op een vordering die een ondernemer had op een BV die in 1998 failliet was verklaard. De ondernemer had in juni 2001 een formele creditfactuur gestuurd aan de curator en claimde daarna teruggaaf van de in de vordering begrepen omzetbelasting. Volgens het Hof slaagde de ondernemer er niet in te bewijzen dat er in 2001 (nog) inbare vorderingen waren die hij had prijsgegeven.