Rechter mag niet zonder meer overgaan tot omkering bewijslast

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AZ1836,42563

Wanneer een belastingplichtige niet de vereiste aangifte heeft gedaan kan de inspecteur ambtshalve een aanslag vaststellen. De belastingplichtige moet dan bewijzen dat de aanslag niet juist is. Hof Amsterdam paste deze zogenaamde omkering van de bewijslast toe in een procedure over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting 1999. De inspecteur had zich niet op de omkering van de bewijslast beroepen. In een dergelijk geval moet de rechter de belastingplichtige eerst in de gelegenheid stellen om zijn mening over het niet doen van aangifte te geven. Dat had het Hof in deze procedure niet gedaan. De Hoge Raad vernietigde daarom de uitspraak van het Hof. Volgens de belastingplichtige had het Hof verzuimd om een reactie te geven op zijn verzoek om de inspecteur te veroordelen tot vergoeding van de kosten van het bezwaarschrift. Deze klacht was gegrond maar leidde niet tot cassatie. De belastingplichtige had zijn verzoek om een kostenvergoeding niet gedaan voordat de inspecteur op het bezwaar had beslist. Het Hof had daarom het verzoek moeten afwijzen omdat het te laat was gedaan.