Redelijke heffing voor toepassing artikel 10a Vpb is 7%

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AB2856 Zaaknr: 36358

Aftrek van rentelasten op leningen die binnen het concern zijn verstrekt is vaak onderwerp van discussie. Voor internationaal opererende bedrijven kan het interessant zijn om de financiering te verstrekken vanuit een land met een laag belastingtarief. De renteinkomsten worden lager belast dan de aftrek. De aftrek van betaalde rente wordt in Nederland uitsluitend toestaan als de belastingheffing in het buitenland naar Nederlandse maatstaven redelijk is. De vraag is wanneer sprake is van een naar Nederlandse maatstaf redelijke heffing. In 1997 is een regeling ingevoerd in de wet op de vennootschapsbelasting, die het voor internationale bedrijven aantrekkelijker moet maken om de concernfinancieringsactiviteiten vanuit Nederland te verrichten. Onder omstandigheden is op grond van deze regeling maar 7% belasting verschuldigd in Nederland over rentebaten uit concernfinancieringen. Uitstel van het resterende deel van de vennootschapsbelasting kan door het nemen van eenvoudige maatregelen leiden tot afstel van belastingbetaling. De Hoge Raad heeft bepaald dat 7% een redelijke maatstaf is voor de belastingheffing op concernfinancieringen. De heffing in Ierland bedroeg 10% en voldeed daarmee aan het redelijkheidscriterium.